Onderzoek naar grootschalig open warmtenet in West-Brabant

16 november 2017

Enexis Groep en provincie Noord-Brabant hebben samen met Berenschot onderzoek gedaan naar afwegingen en keuzes voor de ontwikkeling van EnergiewebXL. EnergywebXL staat voor de infrastructuur van warmte- en stoomnetten op en rondom het haven- en industriegebied Moerdijk (HIM). Deze netten vervoeren restwarmte en CO2.

Via EnergywebXL verwacht Enexis Groep en de provincie substantieel bij te dragen aan het besparen op het energieverbruik in Noord-Brabant. Bedrijven op haven- en industriegebied Moerdijk hebben veel restwarmte die zij nu nog afvoeren via de lucht of het oppervlaktewater. De provincie wil EnergywebXL fors uitbreiden en sloot eind 2016 een intentieovereenkomst met Enexis Groep om gezamenlijk onderzoek te doen naar de verschillende mogelijkheden.

Berenschot is begin dit jaar gevraagd om Enexis Groep en de provincie te ondersteunen in de mogelijke doorgroeipaden van zo’n regionaal warmtenet. Voor een warmtenet in westelijk Noord-Brabant zijn meerdere groei mogelijkheden geïdentificeerd:

  • Starten met een warmtenet voor glastuinbouwers op Nieuw Prinsenland
  • Verbinding tussen Nieuw Prinsenland en haven- en industrieterrein Moerdijk (HIM)
  • Verbinding vanaf HIM naar bestaande warmtenetten midden-Brabant
  • Verbinding vanaf HIM naar Dordrecht en bestaande warmtenetten c.q. uitbreidingen
  • Ook nieuwe verbindingen op HIM behoren tot de keuzemogelijkheden.

De  belangrijkste redenen voor de provincie en Enexis Groep waarom een open warmtenet gewenst is, zijn:

Toegankelijkheid: Iedere warmteproducent kan toetreden tot het netwerk. Dat verlaagt de drempel om meerdere bronnen aan te sluiten; dan hoeft niet één partij de hele levering te garanderen waardoor meedoen aantrekkelijker wordt voor industriële restwarmte.

Transparantie: Voorwaarden en volumes voor alle partijen zijn inzichtelijk. Er is transparantie over de transportmogelijkheden en -prijs op elke locatie.

Optimalisatie: Een open warmtemarkt zorgt voor (prijs)optimalisatie. Bij voldoende omvang en participatie kan handel plaatsvinden tussen de deelnemers of met een centrale partij.

Duurzaamheid: Warmtegebruikers kunnen desgewenst duurzame warmte prefereren. Overheden kunnen eisen stellen aan traceerbaarheid van de warmte wat betreft CO2-gehalte en/of bron.

Uit het onderzoek blijkt dat één van de belangrijkste voorwaarden voor een financierbaar maar toch open warmtenet een goed systeem van warmtetransportrechten is. Belangrijk is steeds wie betaalt voor de aanleg de transportleidingen. Risico voor financiering door afnemers en producenten kan met lange-termijn leveringscontracten worden afgedekt, maar als daarmee alle capaciteit gereserveerd wordt is er geen open warmtenet met toegang voor derden. 

De oplossing is de publieke financieringscomponent die vaak gewenst of zelfs nodig is voor warmtenetten. Dit kan vanuit het Rijk, de provincie of andere financiers. Deze kunnen dan wensen dat een gedeelte van de transportcapaciteit vrij blijft voor toekomstige deelnemers. Dit kan praktisch omdat veel warmteleidingen een ingroeimodel kennen.

Voor open warmtenetten moeten nog vele keuzes gemaakt worden: marktmodellen, de systeembeheerder, de market operator en technische aspecten zoals temperatuur niveaus. Daarbij is er niet één vast model, maar is de omvang van het net en het aantal warmtebronnen bepalend. De provincie en Enexis Groep werken momenteel samen met een aantal stakeholders verder aan de concrete invulling van een passend ingroeimodel.

Dit onderzoek is onderdeel van de regionale energie pilot in West-Brabant.