De energietransitie vraagt om enorme hoeveelheden materialen: kabels, transformatoren, meters, verdeelkasten en voertuigen. De productie van deze materialen veroorzaakt CO₂-uitstoot, benodigd schaarse grondstoffen en de winning van deze grondstoffen zoals koper en aluminium legt druk op ecosystemen (o.a. door het verlies van biodiversiteit).
Voor de energietransitie zijn grote hoeveelheden materialen nodig, zoals kabels en transformatoren. Het produceren van deze materialen leidt tot CO₂-uitstoot en vraagt om het gebruik van schaarse grondstoffen. Bovendien brengt de winning van bijvoorbeeld koper en aluminium druk op ecosystemen met zich mee, wat onder meer kan resulteren in verlies van biodiversiteit. Tegelijkertijd neemt de vraag naar deze grondstoffen wereldwijd sterk toe. Het is daarom cruciaal dat wij verantwoord omgaan met materialen en dat wij toewerken naar een circulaire werkwijze.
Wij richten ons daarbij op de componenten met de grootste milieu-impact:
Op dit moment onderscheiden we 3 categorieën op circulariteit: instroom, herinzet en verspilling:
We hebben de volgende KPIs opgesteld om onze voortgang te meten: